rick-j-brown-OlyjFqrtPGo-unsplash
rick-j-brown-OlyjFqrtPGo-unsplash

Patstelling

De muziek van Britney Spears schalt uit de speakers van mijn radio. Ik bevind me op mijn kamer en met mijn steenkolenengels zing ik mee: “You drive me crazy!” dat kún je alleen maar met toewijding zingen. De deurbel gaat. Meezingend met de opzwepende tekst voel ik me een vrouw van de wereld, zoals ik mensen soms hoor zeggen. Ding-dong! Weer de bel, mijn moeder doet open. Stemmen klinken, opgewonden stemmen. Of zijn het boze stemmen? Ik draai het volume weer op 10, voel wel een gekke steek in mijn buik, maar wat kan ik daarmee. Mijn moeder is thuis, er is niets dat mij kan gebeuren.


Sinds die dag dat de bel ging zijn de stemmen van mijn ouders veranderd. Het is stiller in huis. Verdriet zwemt in hun woorden, blijven kopje onder gaan, de stroming is te sterk. Ik heb nog een zus, maar meestal praten we niet. We leven natuurlijk in hetzelfde huis, maar een denkbeeldige glazen muur staat tussen ons in. Ze is luid –zelfs als ze niet praat. Ik meestal stil. Voor wat ik voel, vind ik maar niet de woorden. Van de week was ik op mijn slaapkamer, daar voel ik me vrij. En terwijl ze me nooit een blik waardig gunt, stormden zij en haar vriendin met een bulderend gelach binnen. Ik proefde onmacht in mijn keel, boosheid kroop in mijn hoofd. Het enige moment waarop ze me ziet, wil ik juist verdwijnen.


Misselijk baan ik me een weg door de menigte. Ik ben 18 en alcohol raast door mijn bloedbaan. Ironisch is de naam van het drankje: Boswandeling. Mijn benen voelen als drek, maar mijn hoofd is een achtbaan. Ik verdwijn in de nacht, daar op de dansvloer en met elk drankje, elke muziektoon voel ik me thuis. Waan me ongezien, verdwijnen is thuiskomen. Met tegenzin fiets ik walmend van de alcohol, en slingerend van links naar rechts, naar huis. Stilletjes open ik de achterdeur, maar al snel volgt de berispende stem van mijn moeder: “Noa, waar bleef je verdomme!” Een avond lang vergat ik dat plezier niet in onze verhaallijn hoort, we ons moeten verstoppen voor wie we zijn. Vanaf de bank zie ik mijn zus misprijzend naar me kijken. Een trek van zelfvoldaanheid rond haar mond. Shit, morgen doe ik weer extra mijn best.


Het is 23 jaar nadat die ene dag de deurbel ging. Het moment dat de dood ons leven binnenstapte. Ik herinner me de stilte, de tranen en de verwachtingen van het leven die stukje bij beetje afbrokkelden, eroseerden de toon voor de nieuwe generatie. Het tranendal verdronk de onschuld: brak een tere kinderrug. Ik kijk naar mezelf in de badkamerspiegel en corrigeer een springerige,bruine haarpluk. Mijn innerlijke criticus laait op: “Noa, je bent waardeloos.” Ik recht mijn rug en fluister haar verbeten toe: “Ik geloof je niet, leugenaar, je kunt mijn rug op, die is sterker dan je denkt.”


Mijn geschiedenis vormt niet langer mijn toekomstige verhaal. Ik heb de schaakstukken in handen. Verander de zetten, doorbreek de patstelling en pak mijn eigen ruimte terug. Krijg het heus in de vingers, let maar op.

Laatste blogs